Joyce de Vos

In de prikkelbosjes

Onderweg van school naar huis. Ik ervaar de noodzaak om te weten hoe laat het is. Omdat ik zelf geen horloge draag, kijk ik om me heen om te zien of er iemand is aan wie ik het kan vragen. Vlak voor me zie ik een meisje lopen waarvan ik weet dat ze in mijn straat woont. Ik aarzel haar te benaderen, omdat ze bekend staat als iemand met een grote mond, een pester. Maar omdat ik er zelf geen ervaring mee heb, sprokkel ik alle moed bij elkaar en loop ik naar haar toe.

‘Weet jij misschien hoe…’ begin ik. Maar de kans om mijn zin af te maken krijg ik niet. Met een agressieve blik in haar ogen stormt ze op me af. Ik krijg een keiharde duw op mijn borst, waarna ik met een harde val in de prikkelbosjes achter me beland. Ik ben in total shock! Wat gebeurt hier?! Waarom doet ze dit? Het meisje zelf, vergezeld door een vriendinnetje, loopt triomfantelijk door. Zichtbaar trots op haar ‘heldhaftige’ daad.

Terwijl ik overeind krabbel, voel ik de pijn opkomen: van de val en van de prikkels in mijn armen en benen. Maar nog erger: van het onrecht dat me is aangedaan! Waar had ik dit aan verdiend? Had ik iets raars gezegd of gedaan? Ik probeer hard na te denken, maar nee, écht niet! Terwijl ik overeind krabbel, probeer ik zo goed als mogelijk mijn tranen te bedwingen. Maar het lukt me niet. Ik blijf huilen, vanaf de prikkelbosjes tot aan mijn huis.

Eenmaal thuis voel ik een belangrijke behoefte opkomen: twee veilige armen om me heen en een bak vol begrip. Maar als mijn moeder hoort wat er gebeurd is, blijkt er voor geen van beiden tijd: ze staat in lichterlaaie! Terwijl ze haar jas van de kapstok trekt, beveelt ze mij hetzelfde te doen: ‘Kom, we gaan naar haar huis’, zegt ze. Oh nee, denk ik. Dat is helemaal niet wat ik wil! Maar ik hoef geen tegenargumenten aan te dragen: mijn moeders besluit staat vast.

Angstig loop ik achter haar aan, want confrontaties aangaan is (nog steeds!) niet mijn ding. Ik voel dat mijn hart harder gaat kloppen naarmate we dichterbij komen, met als hoogtepunt: het aanbel-moment. Wanneer de deur na een kort moment wordt geopend, verschijnt de moeder van het meisje in de opening. Dit beschouwt mijn mama als het moment om meteen van wal te steken. Maar veel woorden hoeft ze niet te gebruiken, want zodra de vrouw doorheeft waar dit over gaat, wordt dochterlief er op scherpe toon bij geroepen.

Nu begin ik ‘m pas echt te knijpen! Ik voel me zó bang en klein worden… tót ze arriveert en ik oog in oog met haar sta. Dan ineens heb ik een heel ander persoon voor me als de persoon die ik ontmoette bij de prikkelbosjes! Dit meisje is minimaal net zo bang, klein en onzeker. Ze durft niet eens dichtbij te komen! Ik voel medelijden en plaatsvervangende schaamte opkomen wanneer haar moeder haar op strenge, commandoachtige toon begint te bestraffen… waar wij bij staan! Wanneer ze de opdracht krijgt haar excuses te maken, doet ze dit uit gehoorzaamheid, maar ze weet niet hoe snel ze daarna weg moet komen. Weg van ons. Dat wel. Maar weg van haar moeder?

Deze gebeurtenis uit mijn kindertijd heeft me zoveel geleerd. Ik zal nooit vergeten hoe mijn moeder voor me opkwam en dit grote onrecht voor me bestreed. Een heldendaad, waardoor ik daarna nooit meer ben lastiggevallen. Ook zal ik de blik in de ogen van het meisje nooit vergeten. Mijn moeder vertelde me na afloop dat ze uit een moeilijke gezinssituatie kwam. Wellicht dat dit haar hang naar agressieve uitbarstingen verklaarde? Hoe dan ook: door deze gebeurtenis ben ik anders naar haar, maar ook naar andere pesters gaan kijken. Welke behoeften proberen zij te vervullen door anderen te dwarsbomen? En wat als we met elkaar onze ogen hiervoor geopend houden? Het ‘echte’ gesprek durven aan te gaan?

De maand december is weer aangebroken. Een maand waarin we, naast gezelligheid, lichtjes en lekker eten volop stil kunnen staan bij de Persoon die niet alleen voor ons opkwam, maar ook geïnteresseerd is in onze diepste behoeften en drijfveren. Ik ben zo dankbaar dat Hij onderdeel wil uitmaken van mijn leven. Mag ik je aanmoedigen om, juist in deze maand, op zoek te gaan naar het échte kerstfeest … en je door Hem te laten vinden?

Jesaja 9:5 – Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.